zondag 17 november 2013

Is zonder ideologieën de weg vrij voor ongebreideld populisme?

Nadat ik in een vorig artikel het concept ideologie had zwartgemaakt, kreeg ik enige terugkoppeling die de validiteit van mijn stellingen in twijfel trok. Uiteraard zijn mijn schrijfsels slechts de weerslag van gedachte-experimenten, waar verder niet al te veel waarde aan moet worden gehecht. Desondanks neem ik alle serieuze kritiek serieus, zeker als het de aanleiding kan vormen voor weer een gedachte-experiment.

Het centrale punt van mijn tegenstander was, dat het wegvallen van ideologieën de weg vrijmaakt voor nihilistisch populisme en immorele technocratieën. Een ieder die mijn blog goed gelezen heeft zal het met mij eens zijn dat ideologieën vaak een gestructureerde vorm van populisme bevatten, dus dat het wellicht niet ondenkbeeldig is, dat de wil des volks zonder ideologieën op een andere wijze gekanaliseerd wordt. Het klassieke schrikbeeld van volksmenners doemt hierbij al gauw op. Als men tenminste niet in ogenschouw neemt, dat vrijwel alle succesvolle volksmenners een sterk ideologisch gefundeerd programma propageerden.

Is zonder ideologie het hek van de dam? Of is populisme juist ideologisch geïnspireerd?

Evengoed zullen er mensen zijn die claimen dat we momenteel in een postideologische cultuur leven en dat de opkomst van allerlei populistische groeperingen her en der, daar een direct gevolg van is. De opkomst van populisme en zelfs politiek extremisme zal ik niet ontkennen en ik zal ook zeker niet zeggen dat dat geen zorgelijke ontwikkeling is. Ik wil echter wel er op wijzen dat al die groeperingen wel degelijk een ideologie uitdragen. Dat het geen ideologie is die als zodanig herkenbaar was in het twintigste-eeuwse politieke landschap, zorgt wellicht er voor dat commentatoren abusievelijk menen dat deze bewegingen postideologisch zijn.

Een ander kritiekpunt, dat ik van een andere commentator kreeg aangereikt, was dat ik de zaken niet expliciet bij de naam noem. Nou ben ik het met die kritiek uiteraard niet eens, maar wil toch eens te meer duidelijk maken dat ik niet bang ben man en paard te noemen, als ik dat nodig acht. Dat zal ik in dezen doen, door aan te tonen dat Geert Wilders geenszins een postideologisch figuur is, maar dat hij wel degelijk een vastomlijnde ideologie vertegenwoordigt. Het is alleen zo dat die ideologie niet primair in manifesten en programma's is vervat en daarom vermoedelijk minder herkenbaar is, dan de 'vertrouwde' ideologieën.

De ideologie waar Wilders zijn publiek mee tracht te verleiden, is denk het best te omschrijven als een nationalistisch en xenofobisch reactionair-conservatief gedachtegoed. Al zijn uitlatingen suggereren dat het vroeger allemaal beter was en dat het de schuld is van volksvreemde elementen (Islam en/of immigranten) en het verlies aan nationale soevereiniteit (Europese Unie) dat het tegenwoordig minder goed gaat dan vroeger. Dat Wilders de klassiek-populistische techniek gebruikt van het aanwijzen van zondebokken, een concept waar René Grrard in zijn werk La Violence et le Sacré een heel boek over heeft volgeschreven, in casu de islam, de immigratie en de EU, doet niks af aan het feit dat zijn politiek wel degelijk als ideologisch kan worden omschreven.



Het is misschien wel ironisch te noemen dat de meest postideologische partij in de Nederlandse politiek, D66, ook meteen een van de meest prominente antagonisten van Wilders' PVV is. Dit om nog maar eens aan te tonen dat gebrek aan ideologie en gemakzuchtig populisme wat mij betreft niet altijd hand in hand gaan. Goed, D66 is pragmatisch te noemen, maar ik zou ze toch beslist niet als uitgesproken populistisch willen kwalificeren.

Een ander, internationaal meer bekend, voorbeeld van ideologisch geïnspireerd populisme is de invloed van het werk van Ayn Rand op de Tea Party. Deze stroming binnen de Amerikaanse Republikeinse partij dweept te pas en te onpas met Rands magnum opus: Atlas Shrugged. In dat werk pleit Rand voor een zeer vergaand kapitalisme en individualisme en het is met afstand het op één na favoriete boek onder Tea Party-aanhangers. Ik denk dat de Tea Party zonder twijfel zeer populistisch is, maar het valt ook niet te ontkennen dat de Tea Party zeer sterk ideologisch geïnspireerd is en er is wellicht zelfs wel sprake van een specifieke Tea Party-ideologie.

Mijn punt is dus dat minder ideologie niet persé hoeft te leiden tot een algeheel verval van de politiek tot populistisch geraaskal. Dat de politiek wellicht aan het vervallen is tot populistisch geraaskal (als er tenminste sprake is van verval en niet zozeer van een status quo, iets dat mij persoonlijk eigenlijk waarschijnlijker lijkt), is volgens mij niet te wijten aan een verlies van ideologisch elan. Dat er getwist kan worden over het nut van ideologieën in de politiek, zal ik niet ontkennen. Zoals ik eerder al schreef, hebben ideologieën beslist een nut, in de zin dat ze een essentiële stroming in het volk kunnen vangen en theoretiseren. Ook heb ik de kwestie van de technocratie als mogelijke tegenpool voor de ideologisch gestructureerde democratie nog onaangeroerd gelaten, aangezien dat een kwestie is die ik nog moet overpeinzen en waar ik wellicht later op terugkom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten